Het Zwin

Het Zwin

Het Zwin is ontstaan rond het begin van onze jaartelling, toen zich als gevolg van een rijzing van de zeespiegel doorbraken voordeden in de duinenrij langs de Noordzeekust. Als gevolg van deze doorbraken schuurden zich in het achterland diepe geulen uit. De in die tijd ontstane Zwingeul breidde zich aanzienlijk uit in de twaalfde eeuw, toen er opnieuw grote overstromingen optraden. In het achterland ontstond een wijdvertakt geulenstelsel, waardoor steden als Damme en Brugge bereikbaar werden voor de scheepvaart.

Het Zwin

Het Zwin

Vrij spoedig echter begonnen de geulen te verzanden, en ondanks allerlei maatregelen werd de bevaarbaarheid van het Zwin steeds minder. De aanslibbing bracht echter ook een aanzienlijk voordeel met zich mee. Steeds grotere delen van het Zwin konden worden ingepolderd. De inpolderingen werden begunstigd doordat de duinen bij Knokke zich in oostelijke richting uitbreidden, zodat uiteindelijk ook in het mondingsgebied inpolderingen konden plaatsvinden.

Van het mondingsgebied is nog zo’n 200 hectare schor overgebleven. Dit schor wordt aan de zeezijde begrensd door een duinenrij, en aan de landzijde door de in 1872 aangelegde Internationale dijk. De Zwingeul dringt het gebied binnen door een opening in de duinenrij. Direct achter de geulmonding liggen zandige strandvlakten, die verder landwaarts overgaan in meer slibrijke schorren.

De schorren zijn belangrijk als broedgebied voor vogels. Naast een grote kokmeeuwenkolonie zijn als broedvogel o.m. tureluur, kluut en scholekster aan te treffen. Vanaf de zeedijk is de kleine zilverreiger bijna dagelijks waar te nemen tijdens zijn zoektocht naar voedsel in de na vloed achter gebleven plassen. Op het schor komt erg veel lamsoor voor.

Het Zwin

Het Zwin

Het Zwin

Het Zwin

Leave a Reply